Theosofie

Mahatma Ghandi verklaarde in een interview dat hij in 1946 gaf: ‘Theosofie is Hindoeisme op zijn best’.

Een van de grondleggers van de theosofie, Madame H.P. Blavatsky, geloofde dat er één oneindige goddelijke levensvorm is, die alles omvat en in alles is, hoewel zij haar wijsheid vooral uit het oosten putte. Zodoende kon het westen dankzij de Theosophical Society (opgericht in 1875) voor het eerst kennis nemen van allerlei vormen van spiritualiteit uit het oosten. In de BPH zijn eerste drukken van Blavatsky te vinden en van haar directe medewerkers and opvolgers. Interessant is dat G.R.S. Mead, die een tijd de privé-secretaris was van Blavatsky, een van de eersten was die zich bezig hield met hermetische teksten en een wetenschappelijke editie ervan uitbracht:  Thrice Great Hermes: Studies in Hellenistic Theosophy and Gnosis. Deze werd in 1906 uitgegeven door de Theosophical Publishing Society; in het voorwoord schreef Mead: ‘Het invoelend bestuderen van deze materie kan een proces in gang zetten dat leidt tot begrip van de Gnosis uit de Oudheid’.