De Stichter

De collectie is te beschrijven als een spiegel van de zoektocht van de mens naar de betekenis van zijn bestaan, een ‘schatkamer van de menselijke geest’.

Joost R. Ritman (1941) is een Amsterdamse zakenman met een diepe belangstelling voor spiritualiteit. Hij begon op 16-jarige leeftijd boeken te verzamelen. De grondslag voor de verzameling van het oude boek kreeg gestalte nadat zijn moeder hem in 1964 als verjaardagsgeschenk een 17e-eeuws exemplaar had gegeven van Aurora, een werk van de Duitse mysticus Jacob Böhme die voor hem een onuitputtelijke bron van inspiratie is gebleven.

In 1984 besloot Joost Ritman zijn privéverzameling om te zetten in een publiekstoegankelijke bibliotheek, waar onder één dak handschriften en gedrukte boeken op het gebied van de hermetische traditie samengebracht werden en waar de samenhang tussen de diverse verzamelgebieden en hun relevantie voor vandaag de dag zichtbaar zou worden.

Naast zijn passie voor boeken en kunst is Joost Ritman zeer nauw betrokken bij zijn geboortestad Amsterdam en in het bijzonder bij haar cultuurschatten. In de afgelopen 30 jaar heeft hij onder meer het Joods Historisch Museum, De Nieuwe Kerk, de Hortus Botanicus, de Westerkerk, de Bibliotheek van het Concertgebouworkest en Bibliotheek Ets Haïm ondersteund. Zijn verdienste voor de wereld van het boek vond erkenning in een aantal onderscheidingen; in 1995 ontving Joost Ritman de Laurens Jansz. Costerprijs, een literaire prijs voor personen of instellingen die bijzondere inspanningen hebben geleverd ten behoeve van het Nederlandse boek; in 2002 ontving hij de zilveren penning van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en werd hij onderscheiden in de Orde van de Nederlandse Leeuw; in 2003 ontving hij de Comeniuspenning. Met de verhuizing van de Bibliotheca Philosophica Hermetica naar het Huis met de Hoofden wordt een duidelijke stap gezet in de richting van het publieke domein. Dat is waar de BPH uiteindelijk haar plaats moet vinden, in het belang van de cultuurhistorie en de wetenschap.

Joost R. Ritman beschrijft in zijn Founder’s Letter d.d. 19 november 2011, die is gehecht aan de statuten van Stichting BPH, hoe hij de toekomst van zijn levenswerk voor zich ziet: “De Bibliotheca Philosophica Hermetica werd ‘geboren’ op het moment dat ik als 16-jarige jongen de diepe ervaring had dat alles één is. Het betekende voor mij de herkenning van de grote samenhang tussen de oorsprong en de oneindige uitdrukking daarvan in de schepping en het schepsel, in de woorden van Hermes Trismegistus: ‘Wie met zijn geest over zichzelf nadenkt, kent zichzelf, kent het Al: het Al is in de mens.’ Als stichter van de Bibliotheca Philosophica Hermetica is het mijn levenswerk geweest om in een periode van ruim een halve eeuw een unieke collectie van handschriften en gedrukte boeken bijeen te brengen op het vlak van de christelijkhermetische gnosis.

De collectie is te beschrijven als een spiegel van de zoektocht van de mens naar de betekenis van zijn bestaan, een ‘schatkamer van de menselijke geest’. De waarnemingsweg van de mens heeft altijd op basis van zelfwerkzaamheid plaatsgevonden, binnen de grote religies en binnen de gemeenschap, maar de individuele uitdrukking ervan, het ‘vrije woord’, is vrijwel altijd in gevaar geweest. Zij is bestreden, naar de marge van de samenleving verwezen – de mensen zijn vervolgd en de boeken vernietigd. De Bibliotheca Philosophica Hermetica is dan ook in bijzondere zin een bibliotheek van zeldzame boeken. Zij heeft haar unieke karakter, dat wereldwijd geen gelijke kent, verkregen door de onderlinge thematische samenhang en de compleetheid van het gebied dat zij bestrijkt.

” Het is altijd mijn streven geweest deze schatkamer met de samenleving te verbinden. De bibliotheek was vanaf het moment dat zij de deuren opende niet alleen een verzameling boeken van historisch belang, maar zij is vóór alles een levend instituut, zij is ‘hermetisch open’. De ‘Bron’ moet stromen, en de informatie die vrijkomt uit deze stroom van wijsheid moet een informatieveld kunnen vormen dat voor iedereen toegankelijk is en een referentiekader biedt in een zich steeds vernieuwend tijdsbeeld. Dat betekent voor mij: het delen van inzicht, kennis en toepassing volgens de aloude triade van ‘religie, wetenschap en kunst’ – dus verbinding leggen met de wereld van de hedendaagse spirituele stromingen, de wetenschappelijke wereld én de samenleving, met daarbinnen de mogelijkheid voor iedere individuele mens die zoekt naar de bron, zich in deze bron te herkennen en er in zijn leven mee te werken, de werkelijke ‘levenskunst’. De Bibliotheca Philosophica Hermetica is niet voor niets opgebouwd in de stad Amsterdam. De ‘vrijheid van het woord’, de getuigenis van de menselijke geest, kreeg in deze stad – die in een open communicatie stond met de rest van de wereld – vleugels door de vrijheid van godsdienst, meningsuiting en drukpers in de befaamde Gouden Eeuw. Ik spreek dan ten slotte ook de wens uit dat deze bibliotheek blijvend in Amsterdam verankerd zal zijn.

Joost R. Ritman